Maand | Inkomsten | Uitgaven | Saldo |
---|---|---|---|
Januari | €10.000,- | €8.000,- | €2.000,- |
Februari | €12.000,- | €9.000,- | €3.000,- |
Maart | €9.000,- | €10.000,- | -€1.000,- |
Aan de hand van de volgende formule kun je de liquiditeit berekenen:
Liquiditeit = (kortertermijnactiva) / (kortetermijnschulden)
Onder kortetermijnactiva vallen onder andere contant geld, kaswaarden en voorraden. Onder kortetermijnschulden vallen onder andere openstaande rekeningen en leningen op korte termijn.
Liquiditeit en solvabiliteit zijn beide financiële kengetallen, maar ze meten verschillende aspecten van je bedrijf. Liquiditeit focust zich op het vermogen van een bedrijf om aan kortlopende verplichtingen te kunnen voldoen met direct beschikbare middelen. Solvabiliteit meet het vermogen van een bedrijf om aan langetermijnverplichtingen te kunnen voldoen.
Om de liquiditeitspositie te verbeteren, kan je verschillende maatregelen nemen, waaronder: