Bouw

Alles over het postinterventiedossier (PID) in de bouw

Alles over het postinterventiedossier (PID) in de bouw

Wie in de bouwsector zit of al eens een woning heeft laten (ver)bouwen, kent het wel: het postinterventiedossier (PID). Elke eigenaar moet verplicht beschikken over een postinterventiedossier na de bouw van zijn huis of appartement. Bij verkoop moet het doorgegeven worden aan de volgende eigenaar. Maar wat staat er precies in zo’n dossier en wie moet het opstellen? We vertellen je alles over het postinterventiedossier in de bouw. 

Wat is het postinterventiedossier of PID? 

Het postinterventiedossier is een verzameling van alle informatie over het bouwproject. Het PID moet je zowel bij zakelijke als particuliere opdrachtgevers overhandigen wanneer de bouwwerken zijn afgerond. Het dossier bevat alle informatie die belangrijk kan zijn voor de veiligheid en de gezondheid van de mensen die de werkzaamheden zullen uitvoeren. Het PID wordt opgemaakt en aangevuld door de veiligheidscoördinator, aangeduid door de architect of aannemer. Voert een eigenaar zelf werken uit aan zijn woning, dan is hij ook zelf verantwoordelijk voor het postinterventiedossier van de bouw. 

Waarom een postinterventiedossier? 

Het postinterventiedossier van een bouw bevat alle bouwinformatie over een huis of appartement. Dat is handig voor een eigenaar, architect of aannemer wanneer er verbouwingen of herstellingen moeten gebeuren. Met de informatie uit het PID kan immers achterhaald worden hoe de structuur van een gebouw in elkaar zit en waar technische voorzieningen zitten. Dat bevordert de veiligheid van de mensen die de werken moeten uitvoeren. Alle nieuwe werken die worden uitgevoerd sinds de bouw van de woning of het appartement moeten toegevoegd worden. Als er structurele wijzigingen zijn, dan moeten die aangeduid worden op de plannen.  

Wat moet er in het postinterventiedossier (PID) van een bouw staan?  

Er zijn een aantal zaken die verplicht in het postinterventiedossier of PID moeten opgenomen worden. Het dossier moet volgende zaken zeker bevatten:  

  • de namen en contactgegevens van alle betrokken partijen (architect, aannemers, veiligheidscoördinator…)
  • de plannen en tekeningen van de structuur van de woning;
  • de aanwezige technische installaties (denk aan sanitair of elektriciteit);
  • de aanduidingen van nutsleidingen — zoals water, gas en elektriciteit — en eventuele verborgen gevaren; 
  • het lastenboek, inclusief een overzicht van de materialen die werden gebruikt; 
  • de instructies voor onderhoud, herstelling, verbouwing of ontmanteling van de woning en de installaties. 

Als er aankoopfacturen en garantiebewijzen zijn, moeten die ook toegevoegd worden aan het postinterventiedossier van een bouwproject. Andere informatie, bijvoorbeeld foto’s, mag maar hoeft niet mee opgenomen te worden in het dossier.  

Goede afspraken met onderaannemers en leveranciers is belangrijk 

Het is de veiligheidscoördinator die het PID opmaakt. Dat betekent dat hij verantwoordelijk is om alle informatie te verzamelen bij (onder)aannemers en leveranciers. Nog voor de oplevering van een bouwproject is het dus belangrijk dat er goede afspraken worden gemaakt met deze stakeholders, om te voorkomen dat je als veiligheidscoördinator te laat tekeningen, berekeningen en onderhoudsdocumentatie ontvangt. Het postinterventiedossier moet immers bij de oplevering van het bouwproject overhandigd worden aan de eigenaar.  

Alle informatie altijd binnen handbereik met bouwsoftware 

Van projectgegevens en plannen tot het aantal gewerkte uren en gebruikte materiaal: met Exact voor Bouw vind je alles meteen terug. Je werkt vanuit één centraal systeem op kantoor en op de werf. Je boekhouding is volledig geïntegreerd en je koppelt naadloos met ruim 370 zakelijke apps. 

BE Select your country