Dankzij vijf inzichten groeide Hofman Animal Care uit tot internationale speler

Als producent, groothandel en distributeur van dierbenodigdheden levert Hofman Animal Care onder andere aan dierenspeciaalzaken, ruitersportzaken en de agrarische sector. Zo groot als het bedrijf nu is – met honderd medewerkers en klanten in heel Europa – is het natuurlijk niet begonnen. Eigenaar Arjan Hofman: ‘Mijn vader had het veevoederbedrijf van zijn ouders kunnen overnemen, maar mijn ouders waren liever zelfstandig. Ze kochten een busje en via een agentschap bezocht mijn vader boerderijen in de regio om agrarische producten te verkopen. Mijn moeder deed de administratie en ’s avonds werden de producten vanuit de opslag in de kelder ingepakt en verzonden.’

Vrij kort na de start deed de eerste uitbreidingsmogelijkheid zich voor. ‘De leverancier van het agentschap belde. Of mijn ouders de handel niet wilden overnemen, want hij ging ermee stoppen. Die kans lieten mijn ouders niet onbenut en zo werden distributie, groothandel en productie toegevoegd. Wat ook bijzonder is: van sommige klanten die mijn ouders destijds hebben overgenomen, zijn de kinderen nog steeds klant.’ Het typeert de handelsgeest van de familie Hofman: groeien waar mogelijk en alles in het werk stellen om klanten te ontzorgen en te binden. Welke inzichten hebben Hofman Animal Care geholpen om deze groei te realiseren?

‘Toen mijn ouders hun eerste werknemer kregen, besloten ze om tien uur ’s ochtends en om half drie ‘s middags gezamenlijk koffie te drinken. Die gewoonte hebben ze al die jaren volgehouden en wij doen het nu nog steeds. Soms zit er tachtig man in de kantine, soms twintig. Het is een mooi voorbeeld hoe we hier met elkaar omgaan. Een familiebedrijf brengt bepaalde normen en waarden met zich mee. Ondanks dat we veel innoveren en moderne technologie inzetten, blijven we no-nonsense. Die boerenachtergrond en nuchtere aanpak koesteren we. Een platte organisatie waar niet alles tot in detail uitgedacht hoeft te worden en waar je snel knopen kunt doorhakken. Hoewel het aantal familieleden gering is – mijn vader en ik – willen we als familiebedrijf vooral het persoonlijke vasthouden.'

‘Mijn vader heeft de markt in Twente gestaag uitgebouwd. Het begon allemaal met één busje. Later nam hij iemand aan om de klanten te bedienen die hij had binnengehaald. Met een nieuwe bus trok hij vervolgens naar een andere regio. Zo breidde hij uit. Vanaf dag één keek hij hoe hij het bedrijf kon laten groeien. Aan de ene kant door schaalvergroting, aan de andere kant door innovatie. Hij wilde de markt continu met nieuwe inzichten betreden, zoals met technische innovaties. Hij was een van de eersten met een mobiele telefoon, zodat hij bereikbaar was voor vragen van boeren. En hij kocht een kopieerapparaat, waarmee hij zijn eigen reclamefolders maakte. Mijn vader zag altijd kansen met nieuwe middelen en dat typeert ons bedrijf nog steeds. Daarnaast richtte hij zich op productinnovatie. Hierbij staat altijd het welzijn van het dier voorop: voegt de groei iets toe aan het welzijn van het dier? Is het antwoord nee, dan doen we het niet. Is het antwoord ja, dan kijken we verder: wat voegt het toe voor het bedrijf en hoe kunnen we het in de markt zetten? Twee jaar geleden zag ik bijvoorbeeld de vraag naar supplementen voor huisdieren toenemen en de behoefte om dat in een snoepje te kunnen aanbieden. Wij zijn daarmee aan de slag gegaan. Na twee jaar ontwikkelen, hadden we afgelopen mei de lancering: het supplement in de vorm van een snoepje was klaar. Met zo’n product zijn we uniek in Europa.’

‘Ik ben al sinds mijn veertiende betrokken bij het bedrijf. Ik bouwde de websites. Wij waren het eerste bedrijf in deze sector waar bedrijven online konden bestellen. Na mijn studie kwam ik écht in het bedrijf. Mijn ouders wilden dat ik onderaan begon, gewoon in het magazijn. Vervolgens heb ik elke afdeling doorlopen. Toen ik in 2009 mede-eigenaar werd, merkte ik dat de groei oncontroleerbaar werd. Wilden we verder uitbreiden, dan moesten we het fundament aanpassen, want bouwen zonder goed fundament gaat niet. Door mijn achtergrond met die websites legde ik de focus op digitalisering, zodat we het bedrijf schaalbaar konden maken. We zochten een partner die ons kon helpen met de basis. Dat is gelukt. Of het gaat om productie, inkopen of nieuwe producten toevoegen: het begint allemaal met bedrijfssoftware. Van daaruit kijken we naar de verschillende platformen. Neem het orderproces. Dat is nu van begin tot eind geautomatiseerd. Als je iets inkoopt of een nieuwe grondstof hebt, voeg je het in enkele muisklikken toe in het systeem. Het productieproces kan dan verder, de geproduceerde producten worden toegevoegd aan de voorraad en klanten kunnen aan de voorkant weer bestellen. Al die processen die onderling met elkaar verbonden zijn, hebben we gedigitaliseerd. Om nu verder te groeien hebben we bij wijze van spreken alleen maar nieuwe klanten en orders nodig.’

‘Mijn ouders hebben een groot hart voor dieren. Het is een van de redenen waarom ze dit bedrijf begonnen zijn. Toen mijn ouders vlak na de start een agentschap konden overnemen, kregen ze ook de beschikking over allerlei recepturen. Ze konden nu zelf medicatie en supplementen produceren. Dit gedeelte pakte mijn moeder op. Met de recepturen en productieprocessen – toen allemaal alleen nog op papier – ontwikkelden we medicatie en supplementen voor koeien en paarden. Eerst alleen onder een eigen huismerk, maar inmiddels helpen we bedrijven ook om hun eigen private label te ontwikkelen. |Door die overname realiseerden mijn ouders zich dat ze hierdoor meer invloed in de keten kregen, van productie tot eindproduct. Dus meer impact op het welzijn van dieren. Door zowel productie áls distributie áls verkoop op te pakken, sloegen ze meerdere vliegen in een klap: impact maken op het welzijn van dieren, maar tegelijkertijd klanten in de hele keten kunnen ontzorgen. Dat je op deze manier toegevoegde waarde kunt leveren voor het dier vind ik het mooiste aan ons bedrijf.’

‘Inmiddels staat ons bedrijf als een huis. Wij zijn klaar voor verdere groei. Maar uiteraard denk ik altijd na hoe je kunt blijven bouwen. Neem data en informatie-ontsluiting. Voor ons als productie- en distributiebedrijf gaat dat over een paar jaar hét verschil maken. De Europese wet- en regelgeving rondom duurzaamheid legt bedrijven een enorme informatieplicht op. Kijk naar een hondenspeeltje. Wij moeten kunnen aantonen hoe het geproduceerd is, waar het vandaan komt, uit welke materialen het bestaat, of het recyclebaar is, waar de verpakking van gemaakt is… En dat voor álle producten in ons héle assortiment. Je kunt dat onzin vinden, maar het is onomkeerbaar. Dan kun je het beter omarmen. Wij zijn daarom nu al bezig om de benodigde informatie bij leveranciers op te vragen en te ordenen in onze systemen, zodat klanten straks zeker weten dat ze aan de wet voldoen. Ook op deze manier ontzorgen we klanten: de ontwikkelingen die er spelen nemen we serieus. We trekken klanten naar ons toe door te laten zien dat we het voor elkaar hebben.’